Regionale W&T-netwerken

In Nederland zijn acht regionale W&T-netwerken actief in het primair onderwijs. Zij richten zich op het activeren en stimuleren van alle basisscholen om wetenschap- en techniekonderwijs aan te bieden.

Met een blik op de snel veranderende toekomst, zijn overheid, onderwijs en het bedrijfsleven het erover eens. Wetenschap en technologie moeten een vaste plek krijgen in het curriculum. In de aankomende curriculumherziening buigen leraren en schoolleiders zich over de vraag hoe dit vorm moet krijgen. In voorbereiding hierop is in het Techniekpact afgesproken dat alle scholen in 2020 aandacht moeten besteden aan wetenschap en techniek (w&t). Om scholen daarbij te ondersteunen en de start te stimuleren, zijn acht regionale bètatechniek-netwerken po-vo samengesteld.

Het regionale netwerk heeft een loketfunctie en kan scholen helpen bij de vraagformulering en invulling van w&t onderwijs. Het regionale karakter van de netwerken is essentieel. Elke regio heeft zijn eigen dynamiek en eigen behoeftes en elk netwerk ontwikkelt zijn eigen, regio specifieke stimuleringsprogramma. Hiermee helpen de regionale netwerken basisscholen om w&t in hun onderwijsprogramma op te nemen op de manier die past bij de school.

Binnen de netwerken is er ruimte voor regionale invulling, samenwerking met het regionaal bedrijfsleven en kennisinstituten om wetenschap en technologie een vaste plek te geven op de scholen. De vraag van de scholen staat daarbij centraal: Wat heb is er nodig om w&t in de klas te realiseren? Door het sterke netwerk, inspirerende voorbeelden uit de omgeving en online handvatten worden scholen ondersteund in formulering en invulling van hun vraag.

Bezoek de website