Alleen ga je snel, samen kom je verder
Laura polder, voormalig leraar van het jaar in Amsterdam en aanjager van Katapult, geeft haar visie op samenwerking tussen scholen en bedrijven.
Laura polder, voormalig leraar van het jaar in Amsterdam en aanjager van Katapult, geeft haar visie op samenwerking tussen scholen en bedrijven.
Bron: de WerkWijzer
Hoe zou je huidige jongeren typeren?
“De jongeren van nu staan met beide benen in de wereld. mede door social media zien zij wat er in de wereld gebeurt, van Chicago tot aan Hong Kong. Dat maakt dat zij zeer diverse meningen, ideeën en dromen hebben. Ook is deze Generatie Z vooral geïnteresseerd in realistische verhalen. Ze prikken makkelijk door verzonnen content heen en willen échte verhalen van échte mensen. Tot slot vind ik de jongeren van nu veerkrachtig, zelfstandig en ondernemend. Denk aan de klimaatmars van vorig jaar, die door jongeren is gestart. De diverse zomerscholen en huiswerkklassen, ook door jongeren geïnitieerd. men wacht niet per se meer op een oplossing, maar komt
er zelf mee.”
Mondige jongeren dus. Wat vraagt dat van ons onderwijs?
“Studenten vragen steeds meer om betekenisvolle lessen. Niet meer een opdrachtje doen “omdat het zo hoort”, maar omdat zij deze kunnen plaatsen in een groter geheel. Ze hebben docenten nodig die zich kunnen verplaatsen in hun wereld, maar ook vérder durven te dromen dan zijzelf. En ik zou docenten willen aanmoedigen hun eigen vragen, zorgen en mogelijkheden te delen. Want samen hierover nadenken brengt zoveel meer dan je zou denken.”
Je pleit ook voor meer samenwerking tussen bedrijven en het onderwijs. Wat levert dat dan op?
“Via een publiek-private samenwerking (PPS) komt een docent weer aan actuele kennis en tools vanuit het werkveld. Want op een stagebezoek na, komt een docent vaak niet bij bedrijven. Daardoor kan eerder opgedane kennis snel verouderen. Door samen op te trekken, kan zowel de docent als het bedrijfsleven geïnspireerd raken. Met
als ultiem resultaat: betekenisvol onderwijs aan de student aanbieden.”
Is het besef in onderwijsland voldoende aanwezig dat er dingen veranderd moet worden?
“In het onderwijs is verandering eigenlijk een continue proces. Echter, wát er allemaal kan, is soms nog ondoorzichtig. Daarbij speelt de drukte van het werk mee, en eventuele angst voor een nieuw type onderwijs: ‘Wat als dit niet voldoende is voor de Inspectie?’. En het is ook wel zo dat je verandering en verbetering sneller kunt doorvoeren als je alleen gaat. maar samen met bedrijven, stap voor stap, kom je veel verder.”
Waarom is de tijd nu rijp voor zulke samenwerkingen?
“Digitalisering, zeker in deze coronatijd, geeft een enorme boost aan het onderwijs. Door de nieuwste IT-snufjes en een goed online programma hoef je niet meer in traditioneel in een klaslokaal les te geven of zelfs de Nederlandse taal te spreken. Ook speelt het huidige lerarentekort een rol: met een PPS kan het mbo verreikt worden met professionals vanuit het werkveld, die hun kennis in de klas kunnen overdragen. Actueler kan haast niet!”
En snappen de bedrijven dat het anders moet? Wat is hun behoefte denk je?
“Een grote behoefte van het werkveld is meer goed geschoold personeel. Sommige bedrijven groeien bijvoorbeeld heel hard, en anderen hebben te maken met vergrijzing. Zij zitten met vragen als: ‘Wie houdt deze fabriek straks draaiende? Hoe gaan we al die elektrische auto’s produceren en onderhouden?’. Zij willen graag samen met scholen nadenken over dit soort vraagstukken.”
En studenten, zijn zij ook met die vraagstukken bezig?
“Jazeker! Regelmatig hoor ik vragen als: ‘Hoe ziet mijn werk er over tien jaar uit? Waar is plek voor mij in deze maatschappij?’. En: ‘Wat als ik wil versnellen of vertragen in het onderwijs, wat zijn de mogelijkheden behalve blijven zitten?’. Het bijzondere van een school is dat het gaat over de maatschappij. Dus waarom trekken we die maatschappij niet veel meer het onderwijs in, waardoor we samen meer verschil maken voor iedereen?”